Gejat en weer terug gejat!
Door: Maja
Blijf op de hoogte en volg Vice Versa
19 Juni 2011 | Ecuador, Quito
Jammer dat we vandaag de laarzen niet meer aan hoeven; ik had graag Piet's laarzen nog eens scheten horen laten. Gevolg van te gespierde kuiten en te weing ruimte...
Na het ontbijt worden de koffers omhoog gehesen en daarvoor wordt een touw aan onze bus gebonden die vervolgens de oprit uit rijdt en zelfs nog een stuk de grote weg op, voordat het plateau weer bovenaan is. Wij denken dat dat toch anders zou moeten kunnen, maar dat is misschien onze westerse instelling.
Onze mannen helpen driftig mee met het sjouwen van de koffers, maar als Toon zijn rugzak (met fototoestel) wil pakken, ligt deze er niet meer. G...!#£$¥&!!! We realiseren ons dat de groep jongeren zojuist langs kwam lopen op weg naar hun excursie en we bellen met hun tourleader om even te wachten. In de bus roepen we de Heilige Antonius aan (Heilige Antonius beste vrind, zorg dat Toon zijn rugzak vindt)! In Tena zelf halen we hen in en tot onze ontsteltenis maar ook grote opluchting, vinden we de rugzak terug in een van de trucks. Dat geloof je toch niet! De inzittenden van de truck weten zogenaamd van niets, maar wij denken dat dit toch een staartje gaat krijgen. We zijn vooral blij dat het vermoeden dat het personeel van de Lodge gestolen zou hebben, nu van de baan is. Ecuador onveilig en crimineel? Volgens ons moet je hier dus meer opletten voor mede toeristen dan voor de Ecuadorianen zelf.
Via de Papallacta pas rijden we naar Quito. De zon begint te schijnen en we hebben schitterend uitzicht op de omringende bergen en valleien.
In Baeza lunchen we in een restaurant wat forel als specialiteit heeft, maar ze hebben ook heerlijke jugos de Mora (soort bosbessensap) voor de liefhebbers.
In Quito slapen we in hotel Patio Andaluz; een oud koloniaal hotel met, zoals de naam al suggereert, een patio. Stijlvol en sjiek ingericht en de kamers zijn klassiek en ruim. En eindelijk weer een bad en nog wel met een kanten gordijn ervoor. Het personeel is heel vriendelijk en gastvrij; omdat het regent bij aankomst komen de bel boys in prachtige kostuums ons met een paraplu naar binnen loodsen.
We maken met onze gids Freddy een wandeling door de oude binnenstad en zien het Bisschoppelijk Paleis waarin nu winkeltjes en restaurants zijn onder gebracht. Heel veel mooie "Wedgewood"-achtige gevels en schitterend ingerichte kerken. Symboliek van indianen op kerkdeuren; smeedijzeren balkons met geraniums maar ook dames van lichte zeden op de hoek van de straat en veel, heel veel blauw op straat. We hebben sterk de indruk dat je hier heel goed op je spullen moet letten.
In een kerk is een mis aan de gang en we blijven even luisteren. Op een teken van de priester geeft men elkaar een hand of omhelzing. Men gaat er zelfs voor uit de bank om even verderop een kennis even te knuffelen. Ook de zwerver op krukken neemt deel aan dit ritueel en het is heel ontroerend te zien hoe oprecht men dit doet.
's Avonds eten we in het hotel en omdat het zondag is en na 16.00 uur, wordt er geen druppel alcohol verschonken. Echter, ene H.F te V weet in het informele circuit nog wat vino tinto te scoren, zodat we toch kunnend genieten van een slaapmutsje.
-
22 November 2011 - 10:45
Jolijn:
mijn oma was de vrouw die zij dat ze niet meer op een schip ging zitten
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley