Mount Koya
Door: Maja
Blijf op de hoogte en volg Vice Versa
29 Oktober 2019 | Japan, Wakayama-shi
Di 29-10-2019 van Kyoto naar Mount Koya
In de ochtend lopen we naar het station en gaan dan ondergronds, samen met heel veel Japanse mensen die allemaal gehaast de andere kant uit lijken te lopen. Op naar onze eerste stop deze dag: Umeda Sky Building, een prestigieus gebouw van 173 m hoog. Twee torens die met veel staal met elkaar verbonden zijn en waarin je met twee lange roltrappen naar boven kunt gaan, waar nog een verdieping hoger een openlucht platform is met een fantastisch uitzicht over de omgeving. Jammer dat het regent en het uitzicht minder goed is.
Dan gaan we per trein, kabelbaan en bus de bergen in naar Mount Koya. We moeten de verschillende kaartjes goed uit elkaar houden: ons Japans is nog niet zo best.
Het wordt steeds groener onderweg en we genieten op de kleine stationnetjes van de perronchefs in uniform met witte handschoentjes.
Bij aankomst bezoeken we een prachtige, verstilde tempel, Kongobuji, en checken in bij Shojoshin-in. Onze schoenen zetten we buiten in de houten kast en binnen lopen we op slofjes rond. Een heel bijzondere accomodatie in een tempel/ klooster, waar we overnachten in kamers met rijstpapieren wanden. Allemaal op een rijtje naast elkaar. Oorstoppen zullen vannacht geen overbodige luxe zijn...
De ruime kamers zijn voorzien van een futon (denk aan een wat dikker tuinstoelkussen) met dekbedden en kussens gevuld met kersenpitten. Margo slaapt als een prinses op de erwt: we hebben van alle extra futons een lekker dik matras voor haar gemaakt. Voor Peter, onze sumo-worstelaar, heeft de eigenaar al een hoger bed opgemaakt zodat hij ook een goede nacht zal hebben.
De toiletten deel je met andere gasten en dat geldt ook voor de (gescheiden) wasgelegenheid. We maken hier kennis met de Japanse manier van baden in een zogenaamde “onsen”. In een grote badkamer is eerst een voorruimte met wastafels en mandjes waarin je je kleding achter kunt laten. In de badkamer zelf staat in de hoek een groot houten bad met behoorlijk heet water en langs de wand hangen een aantal handdouches met een krukje en een wasbakje ervoor. Het is de bedoeling dat je je van top tot teen wast met een langwerpig waslapje en je heel goed afspoelt. Het is niet de bedoeling dat er zeep in het bad terecht komt. Na de wasbeurt ga je ongeveer 5 tot 10 minuten relaxen in het hete badwater: het is heerlijk ontspannend en je komt er als herboren uit. Een echte aanrader.
Het (vegetarische) diner wordt geserveerd in een aparte zaal met beschilderde wanden en biezen matten. We zitten op de grond op kussens (maar gelukkig staan er voor ons lage krukjes klaar) en hebben ieder een eigen tafeltje voor ons staan met een prachtige combinatie van kommetjes en schaaltjes.
Hoewel sommige smaken en structuren moeilijk herkenbaar zijn, smaakt het prima. Alles komt aan bod; zoet, zuur, zout, kruidig, en natuurlijk eten we heel behendig met stokjes (maar als je wilt, kun je ook bestek krijgen) (of je gebruikt dat wat je zonder te vragen uit het vliegtuig meegenomen hebt) (ik noem geen namen...).
We mogen in een verwarmde kamer nog een glaasje drinken en de biertjes en sake gaan er goed in. En dan op tijd naar bed, want we houden er ernstig rekening mee dat we hier lang wakker zullen liggen. En we worden morgen om 06:30 u verwacht voor de gebedsdienst.
Wo 30-10-2019 Mount Koya
Om 6.00 u roept er iemand “goedemorgen” en meteen is de hele gang wakker.
Het is wel vroeg, maar we willen deze dienst toch niet missen. Nu we hier toch zijn... In de tempel zit een boeddhistische monnik in kleermakerszit, die met veel symboliek bijna een uur lang monotone gebeden voordraagt. Door de herhaling en de sfeer wordt je meegezogen in zijn gebed en voel je de oprechtheid en het geloof waarmee hij dit doet. Na bijna een uur is het afgelopen en voelen we pas hoe koud het geworden is. Snel de warme kamer in en opwarmen bij de kachel.
Het ontbijt smaakt prima en is een goede bodem voor de dag.
We maken een wandeling over de Okunoin begraafplaats en boffen dat het zulk mooi weer is: de zon schijnt door de hoge bomen en zorgt voor een bijna onwezenlijke sfeer. We zien met mos begroeide Torii (toegangspoorten) waar de zon tussen de bladeren door overheen speelt en vooral de Jizu beeldjes stelen ons hart. Deze beeldjes staan voor bescherming van de reiziger, maar ook voor te vroeg gestorven kinderen. Ze worden vaak aangekleed met rode mutsjes en slabbertjes (door de ouders van die kindjes) in de hoop dat Jizu hen bescherming zal geven.
We reizen weer terug naar Kyoto, eerst de bus door Koy-san, dan de kabeltrein en tot slot de trein.
Treinen in Japan is erg goed geregeld, maar je moet ook de etiquette leren begrijpen. Net als in Engeland, houden ze hier heel erg van “netjes achter elkaar en keurig in de rij staan tot je aan de beurt bent”. Dat is niet echt onze tweede natuur. En wat ze ook erg onfatsoenlijk vinden, is spreken met iemand die tegenover je zit. Met je buurman of vrouw praten is nog wel ok, maar de overkant is taboe. We hebben zoals je wel begrijpt voor behoorlijk wat ergernis gezorgd.
Om morgen tijd te winnen, gaan we vandaag al naar de poorten van Fushimi en de goddelijke beschermer van de oogst en in het bijzonder rijst, Inari. De duizenden Torii waar je hier doorheen kunt lopen, worden geschonken door ondernemers en de Japanse teksten die aan de achterkant van de poorten gegraveerd zijn, zijn geen verheven spreuken of gedichten, maar de naam van de sponsor.
Er loopt een flink pad naar boven en achterlangs de heuvel: je moet een paar uur uittrekken om het hele traject te belopen. De meeste mensen echter kiezen voor een korte route en dat doen wij ook. Rechts van het pad vindt je gedenkplaatsen, waar families van een overleden lid, een mini torii toevoegen aan de stapel. Dit zijn dus geen graven, maar meer een gedenkplaats.
Ook hier zijn we bepaald niet alleen en het is een hele kunst om een mooie kunstzinnige foto te maken van een lege rij torii’s. Maar het lukt Margo en mij om de hele zwik achter ons te vertragen en een mooie foto te scoren.
We drinken koffie bij een lokaal tentje en brengen Kazuki de eerste beginselen van de Rooyse taal bij. “Schotelslet, schoer, verket, zekdempel, luchterpaol, heur”, het komt er vloeiend uit. En wat een lol hebben we.
We komen ook de eerste geisha’s tegen, of wat daar voor door moet gaan. Je hebt ze in soorten, van minder mooi tot woest aantrekkelijk, maar over het algemeen is het volgens mij meer een verkleedpartij dan iets authentieks. Heel vreemd om een groepje “geisha’s” lopend over straat te zien, terwijl ze zichzelf continu bewonderen in hun gsm.
We gaan eten bij restaurant Shubo Suishin, om de hoek van ons hotel Kyoto Tower; vanwege de gelijknamige toren een landmark in de stad. We ontdekken hier de grote flessen sake dus het wordt nog gezelliger! En sluiten af met een afzakkertje in de hippe skybar van ons hotel.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley